Jan - 64 jaar
- Mijn verhaal
- Maaltijdondersteuning
- Mijn leerproces
- Op wie kan ik rekenen
- Mijn leven naast mantelzorg
- Hoe zwaar is het om mantelzorger te zijn op een tienpuntenschaal
- Als ik het even niet zie zitten...
- Kwaliteiten en valkuilen van een mantelzorger
- Tips voor andere mantelzorgers
1. Mijn verhaal
Ik ben de zoon van Maria. Ik zorg al 30 jaar voor haar. In eerste instantie hielp ik voornamelijk met huishoudelijke taken. Ze heeft al geruime tijd reuma en kon haar handen niet meer goed gebruiken. In 2015 kreeg mijn moeder de diagnose dementie.
Mijn moeder en ik wonen samen. Eén dag per week gaat mijn moeder naar het dagcentrum.
Intussen ben ik gepensioneerd. Voorheen voerde ik mijn job nog uit, maar steeds in mindere mate. Ik ben eerst vier vijfde gaan werken, nadien drie vijfde.
Ik ben de zoon van Maria. Ik zorg al 30 jaar voor haar. In eerste instantie hielp ik voornamelijk met huishoudelijke taken. Ze heeft al geruime tijd reuma en kon haar handen niet meer goed gebruiken. In 2015 kreeg mijn moeder de diagnose dementie.
Mijn moeder en ik wonen samen. Eén dag per week gaat mijn moeder naar het dagcentrum.
Intussen ben ik gepensioneerd. Voorheen voerde ik mijn job nog uit, maar steeds in mindere mate. Ik ben eerst vier vijfde gaan werken, nadien drie vijfde.
2. Maaltijdondersteuning
Eind 2017 zijn de slikproblemen begonnen. Mijn moeder heeft eigenlijk alleen problemen bij het drinken. Wanneer ik het eten fijn snijd, zijn er geen problemen. Ze eet zelfstandig zonder aangepaste materialen. Toch verloopt het eten trager dan vroeger. De duur van een maaltijd is misschien hetzelfde, maar ze eet minder. Toch vermagert ze hier niet echt door.
Het lijkt alsof mijn moeder kauwt op het drinken. Ik weet niet hoe dit komt. Het wordt steeds erger. Ze drinkt zeer weinig. Het probleem situeert zich voornamelijk wanneer het drinken buiten de maaltijden gebeurt. Zo lukt het koffiedrinken goed wanneer ze een boterham eet. Ze drinkt dan tijdens het eten, maar wanneer ik haar doorheen de dag iets laat drinken, lukt het heel moeilijk.
Wanneer ze drinkt, drinkt ze meestal uit een tas. Ze neemt zeer kleine slokjes. De vloeistof raakt haar lippen, maar ze drinkt niet echt. Zeker bij warm weer is dit een groot probleem. Dan blijf ik helpen tot ze het glas drinken op heeft, hoe lang dit ook duurt ...
Dokters zeggen steeds dat de slikproblemen een gevolg zijn van haar dementie. De enige tips die ik gekregen heb, zijn met een rietje drinken en een indikkingsmiddel gebruiken. Het drinken met een rietje of uit een tuitbeker, gaat niet. Het indikkingsmiddel heb ik nog niet geprobeerd, want dan kan ik toch even goed bijvoorbeeld yoghurt geven?
Eind 2017 zijn de slikproblemen begonnen. Mijn moeder heeft eigenlijk alleen problemen bij het drinken. Wanneer ik het eten fijn snijd, zijn er geen problemen. Ze eet zelfstandig zonder aangepaste materialen. Toch verloopt het eten trager dan vroeger. De duur van een maaltijd is misschien hetzelfde, maar ze eet minder. Toch vermagert ze hier niet echt door.
Het lijkt alsof mijn moeder kauwt op het drinken. Ik weet niet hoe dit komt. Het wordt steeds erger. Ze drinkt zeer weinig. Het probleem situeert zich voornamelijk wanneer het drinken buiten de maaltijden gebeurt. Zo lukt het koffiedrinken goed wanneer ze een boterham eet. Ze drinkt dan tijdens het eten, maar wanneer ik haar doorheen de dag iets laat drinken, lukt het heel moeilijk.
Wanneer ze drinkt, drinkt ze meestal uit een tas. Ze neemt zeer kleine slokjes. De vloeistof raakt haar lippen, maar ze drinkt niet echt. Zeker bij warm weer is dit een groot probleem. Dan blijf ik helpen tot ze het glas drinken op heeft, hoe lang dit ook duurt ...
Dokters zeggen steeds dat de slikproblemen een gevolg zijn van haar dementie. De enige tips die ik gekregen heb, zijn met een rietje drinken en een indikkingsmiddel gebruiken. Het drinken met een rietje of uit een tuitbeker, gaat niet. Het indikkingsmiddel heb ik nog niet geprobeerd, want dan kan ik toch even goed bijvoorbeeld yoghurt geven?
3. Mijn leerproces
Ik weet niet wat ik moet doen om mijn moeder terug goed te laten drinken. Ik weet ook niet hoe het komt dat mijn moeder niet goed kan drinken. Dit vind ik heel erg. Ik vind ook geen middelen om het drinken beter te laten verlopen. De huisarts benoemt het slecht of niet slikken als een gevolg van de dementie.
Als mantelzorger dien ik voornamelijk veel medicatie toe. Ik moet bijvoorbeeld vijf soorten oogdruppels geven. Dit mag niet in een keer. Er moet telkens tien minuten tussen zitten. Ze neemt ook nog andere medicatie in de vorm van pillen. Dit is moeilijk want ze krijgt deze niet doorgeslikt. Dit moet je allemaal leren.
Ik weet niet wat ik moet doen om mijn moeder terug goed te laten drinken. Ik weet ook niet hoe het komt dat mijn moeder niet goed kan drinken. Dit vind ik heel erg. Ik vind ook geen middelen om het drinken beter te laten verlopen. De huisarts benoemt het slecht of niet slikken als een gevolg van de dementie.
Als mantelzorger dien ik voornamelijk veel medicatie toe. Ik moet bijvoorbeeld vijf soorten oogdruppels geven. Dit mag niet in een keer. Er moet telkens tien minuten tussen zitten. Ze neemt ook nog andere medicatie in de vorm van pillen. Dit is moeilijk want ze krijgt deze niet doorgeslikt. Dit moet je allemaal leren.
4. Op wie kan ik rekenen
Ik ben de enige mantelzorger voor mijn moeder. Ik krijg bijna geen hulp van andere familieleden of vrienden. De verpleegsters van het Wit-Gele Kruis komen haar dagelijks wassen en aankleden.
Ik ben geen vragende partij voor meer thuishulp want ik zie hen soms ook als een last. Je moet steeds op een bepaald uur thuis zijn en er rekening mee houden dat ze langskomen. Dan is het heel moeilijk om ergens naartoe te gaan.
Ongeveer drie keer per week brengt een traiteur van het OCMW een warm middagmaal. Dit gebeurde vroeger, toen ik nog werkte, ook al. Mijn moeder kon door haar reuma namelijk geen eten meer klaarmaken. Door haar dementie bleef het klaargemaakte eten soms staan. Ze vergat het op te eten.
Toch zou ik graag extra hulp krijgen van iemand die mijn moeder gezelschap houdt. Ik kan anders nooit weg. Er is zo’n oppassysteem, maar dat moet je drie dagen op voorhand aanvragen. Spontaan weggaan lukt niet.
Wij hebben eigenlijk veel contact met lotgenoten. Zo gaan wij naar een ontmoetingsplaats voor personen met dementie in Merelbeke en in Mariakerke. In het Open Huis in Mariakerke organiseert CasAperta iedere derde maandagnamiddag van de maand gezellige en artistieke activiteiten voor personen met dementie en hun mantelzorgers. De laatste keer hebben we bijvoorbeeld foto’s bekeken. In Merelbeke is de groep veel kleiner en is het voornamelijk een gezellige koffietafel. Ik doe deze activiteiten vooral voor mijn moeder. Toch vind ik het een meerwaarde om met andere mantelzorgers om te gaan. Je ziet dat je niet alleen bent en dat er ergere gevallen zijn. Wij kunnen bijvoorbeeld overal naartoe, mijn moeder heeft ook momenten dat ze alert is. Daar trek ik me aan op.
Ik ben de enige mantelzorger voor mijn moeder. Ik krijg bijna geen hulp van andere familieleden of vrienden. De verpleegsters van het Wit-Gele Kruis komen haar dagelijks wassen en aankleden.
Ik ben geen vragende partij voor meer thuishulp want ik zie hen soms ook als een last. Je moet steeds op een bepaald uur thuis zijn en er rekening mee houden dat ze langskomen. Dan is het heel moeilijk om ergens naartoe te gaan.
Ongeveer drie keer per week brengt een traiteur van het OCMW een warm middagmaal. Dit gebeurde vroeger, toen ik nog werkte, ook al. Mijn moeder kon door haar reuma namelijk geen eten meer klaarmaken. Door haar dementie bleef het klaargemaakte eten soms staan. Ze vergat het op te eten.
Toch zou ik graag extra hulp krijgen van iemand die mijn moeder gezelschap houdt. Ik kan anders nooit weg. Er is zo’n oppassysteem, maar dat moet je drie dagen op voorhand aanvragen. Spontaan weggaan lukt niet.
Wij hebben eigenlijk veel contact met lotgenoten. Zo gaan wij naar een ontmoetingsplaats voor personen met dementie in Merelbeke en in Mariakerke. In het Open Huis in Mariakerke organiseert CasAperta iedere derde maandagnamiddag van de maand gezellige en artistieke activiteiten voor personen met dementie en hun mantelzorgers. De laatste keer hebben we bijvoorbeeld foto’s bekeken. In Merelbeke is de groep veel kleiner en is het voornamelijk een gezellige koffietafel. Ik doe deze activiteiten vooral voor mijn moeder. Toch vind ik het een meerwaarde om met andere mantelzorgers om te gaan. Je ziet dat je niet alleen bent en dat er ergere gevallen zijn. Wij kunnen bijvoorbeeld overal naartoe, mijn moeder heeft ook momenten dat ze alert is. Daar trek ik me aan op.
5. Mijn leven naast mantelzorg
Ik zorg ervoor dat mijn moeder voldoende buiten kan komen. Zo breng ik haar naar het dementiekoor. Zij komen maandelijks samen in een rust- en verzorgingstehuis en zingen oude, bekende liedjes onder begeleiding van een zanger en een accordeonist. Mijn mama kan goed zingen en kent de liedjes nog steeds uit het hoofd. Ik zorg ervoor dat ze veel bezoeken kan doen bij familie of in het dagcentrum. Ik moet ervoor zorgen dat ze op tijd klaar is, haar overal naartoe brengen en meegaan. Een week is snel gevuld.
Ik vind het vooral jammer dat ik nergens meer spontaan naartoe kan gaan. Alles moet op voorhand geregeld worden zoals bijvoorbeeld de oppasdienst. Ik kan ook nergens meer alleen naartoe want ik kan haar moeilijk alleen laten. De boodschappen moet ik zo snel mogelijk doen.
De dagen dat mijn moeder in het dagcentrum is, werk ik voornamelijk in de tuin. Ik zou graag vaker hele dagen in mijn tuin zitten of gaan fietsen. Ik was vroeger ook een grote verzamelaar. Ik dacht dat ik tijd zou hebben tijdens mijn pensioen om mijn verzameld gerief te ordenen en te bekijken. Maar het komt er niet van.
Ik zorg ervoor dat mijn moeder voldoende buiten kan komen. Zo breng ik haar naar het dementiekoor. Zij komen maandelijks samen in een rust- en verzorgingstehuis en zingen oude, bekende liedjes onder begeleiding van een zanger en een accordeonist. Mijn mama kan goed zingen en kent de liedjes nog steeds uit het hoofd. Ik zorg ervoor dat ze veel bezoeken kan doen bij familie of in het dagcentrum. Ik moet ervoor zorgen dat ze op tijd klaar is, haar overal naartoe brengen en meegaan. Een week is snel gevuld.
Ik vind het vooral jammer dat ik nergens meer spontaan naartoe kan gaan. Alles moet op voorhand geregeld worden zoals bijvoorbeeld de oppasdienst. Ik kan ook nergens meer alleen naartoe want ik kan haar moeilijk alleen laten. De boodschappen moet ik zo snel mogelijk doen.
De dagen dat mijn moeder in het dagcentrum is, werk ik voornamelijk in de tuin. Ik zou graag vaker hele dagen in mijn tuin zitten of gaan fietsen. Ik was vroeger ook een grote verzamelaar. Ik dacht dat ik tijd zou hebben tijdens mijn pensioen om mijn verzameld gerief te ordenen en te bekijken. Maar het komt er niet van.
6. Hoe zwaar is het om mantelzorger te zijn op een tienpuntenschaal (0=helemaal niet zwaar, 10=heel zwaar)
Het mantelzorgen is niet gemakkelijk. De situatie zal ook niet meer verbeteren. Ik geef een vijf op tien. Het is zowel mentaal als fysiek zwaar. Je weet niet waar het naartoe gaat. Ik kan zelf ook niet weg, tenzij mijn moeder in het dagcentrum is. Dit zie ik nog als de beste oplossing. Stel dat het moeilijker en moeilijker begint te gaan voor mij, zal ik meer dagen bij het dagcentrum aanvragen.
Ik vind het hele pakket van mantelzorgen moeilijk. Rond negen uur is mijn moeder klaar met ontbijten. Nadien ruim ik op en geef ik haar medicatie. Intussen is het tien uur tot half elf. Dan is het weer tijd om na te denken over het middageten. Nadien moet je je haasten om tijdig naar een activiteit of ander bezoek te rijden.
Onze relatie is onderling versterkt. Vroeger woonde ik alleen. Nadat mijn vader gestorven is, ben ik op haar vraag terug bij mijn moeder ingetrokken. Ze kan bijvoorbeeld niet met de wagen rijden. Overal waar zij naartoe wil, breng
ik haar.
Het mantelzorgen is niet gemakkelijk. De situatie zal ook niet meer verbeteren. Ik geef een vijf op tien. Het is zowel mentaal als fysiek zwaar. Je weet niet waar het naartoe gaat. Ik kan zelf ook niet weg, tenzij mijn moeder in het dagcentrum is. Dit zie ik nog als de beste oplossing. Stel dat het moeilijker en moeilijker begint te gaan voor mij, zal ik meer dagen bij het dagcentrum aanvragen.
Ik vind het hele pakket van mantelzorgen moeilijk. Rond negen uur is mijn moeder klaar met ontbijten. Nadien ruim ik op en geef ik haar medicatie. Intussen is het tien uur tot half elf. Dan is het weer tijd om na te denken over het middageten. Nadien moet je je haasten om tijdig naar een activiteit of ander bezoek te rijden.
Onze relatie is onderling versterkt. Vroeger woonde ik alleen. Nadat mijn vader gestorven is, ben ik op haar vraag terug bij mijn moeder ingetrokken. Ze kan bijvoorbeeld niet met de wagen rijden. Overal waar zij naartoe wil, breng
ik haar.
7. Als ik het even niet zie zitten...
Er zijn geen dagen dat ik het niet meer zie zitten, maar wel momenten. Dit vooral als er iets onverwachts gebeurt, bijvoorbeeld wanneer ik mijn voet bij het werken in de tuin bezeerd heb. Dan heb ik schrik voor wat er zal gebeuren en hoe ik het allemaal zal moeten regelen.
Wanneer er zich zo’n moment zich voordoet, moet ik mezelf tot rust brengen, rustig ademhalen en mezelf niet opjagen, dat heeft toch geen zin.
Er zijn geen dagen dat ik het niet meer zie zitten, maar wel momenten. Dit vooral als er iets onverwachts gebeurt, bijvoorbeeld wanneer ik mijn voet bij het werken in de tuin bezeerd heb. Dan heb ik schrik voor wat er zal gebeuren en hoe ik het allemaal zal moeten regelen.
Wanneer er zich zo’n moment zich voordoet, moet ik mezelf tot rust brengen, rustig ademhalen en mezelf niet opjagen, dat heeft toch geen zin.
8. Kwaliteiten en valkuilen van een mantelzorger
Je moet vooral veel geduld hebben en met heel veel zaken rekening houden. Waar ik vroeger bijvoorbeeld overal tien minuten te vroeg was, zal ik nu eerder tien minuten te laat zijn doordat ik veel meer moet doen.
Je moet je kunnen inleven in de situatie. Ik stel me eigenlijk altijd in de plaats van mijn moeder om te weten wat ik moet doen. Dit doe ik voor alles eigenlijk; eten, drinken, stappen enzoverder.
Je moet er ook voor zorgen dat je niet te vaak ‘ja’ zegt. Dit vooral tegen anderen buiten je gezin. Zo was ik vroeger onder andere vrijwilliger bij Samana (ziekenzorg) en Kontakt-Bejaarden in Gent, maar dit heb ik veel moeten minderen. Het was te veel. Wanneer mensen zeggen: "jij hebt daar tijd voor, jij bent op pensioen!", dan zou ik kunnen ontploffen. Ik heb helemaal geen tijd te veel.
Ik denk niet dat het voor iedereen weggelegd is om mantelzorger te zijn. Toch zou ik het niet kunnen om mijn moeder naar een tehuis te laten gaan. Ik zou voortdurend angstig zijn. Gedachten als ‘heeft ze wel genoeg gedronken?’ zouden dikwijls door mijn hoofd spoken. Daarnaast zou ik ook het gevoel hebben haar kwijt te zijn. En daarbovenop zijn zo’n instellingen erg duur.
Je moet vooral veel geduld hebben en met heel veel zaken rekening houden. Waar ik vroeger bijvoorbeeld overal tien minuten te vroeg was, zal ik nu eerder tien minuten te laat zijn doordat ik veel meer moet doen.
Je moet je kunnen inleven in de situatie. Ik stel me eigenlijk altijd in de plaats van mijn moeder om te weten wat ik moet doen. Dit doe ik voor alles eigenlijk; eten, drinken, stappen enzoverder.
Je moet er ook voor zorgen dat je niet te vaak ‘ja’ zegt. Dit vooral tegen anderen buiten je gezin. Zo was ik vroeger onder andere vrijwilliger bij Samana (ziekenzorg) en Kontakt-Bejaarden in Gent, maar dit heb ik veel moeten minderen. Het was te veel. Wanneer mensen zeggen: "jij hebt daar tijd voor, jij bent op pensioen!", dan zou ik kunnen ontploffen. Ik heb helemaal geen tijd te veel.
Ik denk niet dat het voor iedereen weggelegd is om mantelzorger te zijn. Toch zou ik het niet kunnen om mijn moeder naar een tehuis te laten gaan. Ik zou voortdurend angstig zijn. Gedachten als ‘heeft ze wel genoeg gedronken?’ zouden dikwijls door mijn hoofd spoken. Daarnaast zou ik ook het gevoel hebben haar kwijt te zijn. En daarbovenop zijn zo’n instellingen erg duur.
9. Tips voor andere mantelzorgers
Je moet zoveel mogelijk hulp zoeken. Zowel voor de verzorging van je naaste als praktisch in het huishouden bijvoorbeeld poetshulp of een tuinman. Ikzelf heb het daar moeilijk mee. Ik geef niet graag het werk uit handen. Je moet dan ook steeds tussen bepaalde uren thuis zijn of thuis blijven voor de mensen die langskomen.
Je moet zoveel mogelijk hulp zoeken. Zowel voor de verzorging van je naaste als praktisch in het huishouden bijvoorbeeld poetshulp of een tuinman. Ikzelf heb het daar moeilijk mee. Ik geef niet graag het werk uit handen. Je moet dan ook steeds tussen bepaalde uren thuis zijn of thuis blijven voor de mensen die langskomen.

Bent u mantelzorger en heeft u vragen over de aanpak van slikproblemen? Neem dan zeker contact met ons op!