Sonja - 57 jaar
- Mijn verhaal
- Maaltijdondersteuning
- Mijn leerproces
- Op wie kan ik rekenen
- Mijn leven naast mantelzorg
- Hoe zwaar is het om mantelzorger te zijn op een tienpuntenschaal
- Als ik het even niet zie zitten...
- Kwaliteiten en valkuilen van een mantelzorger
- Tips voor andere mantelzorgers
1. Mijn verhaal
Ik ben de mama van Phoebe. Zij is 20 jaar oud. Toen mijn dochter drie maanden en vijf maanden oud was, heeft ze salmonella meningitis gehad. Dat is hersenvliesontsteking met salmonella in het hersenvocht. Die tweede keer is het overgegaan in encefalitis, dat is een hersenontsteking. Het gevolg hiervan is dat ze een zwaar meervoudige handicap met epilepsie heeft. Daarnaast is ze ook zo goed als blind. Ik ben dus mantelzorger sinds Phoebes eerste levensjaar.
Phoebe heeft nog een oudere broer van 25 jaar. Hun vader en ik zijn ondertussen gescheiden. Op dit moment ben ik persoonlijke assistent van Phoebe. Phoebe heeft nu een PVB (Persoons Volgend Budget) na eerst een PAB (Persoonlijke-Assistentie Budget) te hebben gehad. Vroeger was ik wiskundeleerkracht. Aanvankelijk ben ik blijven lesgeven. Omwille van de zorg voor Phoebe, ben ik uiteindelijk deeltijds gaan lesgeven. In afwachting van een antwoord op onze aanvraag voor een persoonlijk assistentiebudget, nam ik al mijn verlof binnen het onderwijs op. In 2011 kregen we toestemming en sindsdien ben ik voltijds persoonlijke assistent van mijn dochter.
Sinds 2001 gaat Phoebe drie dagen per week naar een dagcentrum.
Ik ben de mama van Phoebe. Zij is 20 jaar oud. Toen mijn dochter drie maanden en vijf maanden oud was, heeft ze salmonella meningitis gehad. Dat is hersenvliesontsteking met salmonella in het hersenvocht. Die tweede keer is het overgegaan in encefalitis, dat is een hersenontsteking. Het gevolg hiervan is dat ze een zwaar meervoudige handicap met epilepsie heeft. Daarnaast is ze ook zo goed als blind. Ik ben dus mantelzorger sinds Phoebes eerste levensjaar.
Phoebe heeft nog een oudere broer van 25 jaar. Hun vader en ik zijn ondertussen gescheiden. Op dit moment ben ik persoonlijke assistent van Phoebe. Phoebe heeft nu een PVB (Persoons Volgend Budget) na eerst een PAB (Persoonlijke-Assistentie Budget) te hebben gehad. Vroeger was ik wiskundeleerkracht. Aanvankelijk ben ik blijven lesgeven. Omwille van de zorg voor Phoebe, ben ik uiteindelijk deeltijds gaan lesgeven. In afwachting van een antwoord op onze aanvraag voor een persoonlijk assistentiebudget, nam ik al mijn verlof binnen het onderwijs op. In 2011 kregen we toestemming en sindsdien ben ik voltijds persoonlijke assistent van mijn dochter.
Sinds 2001 gaat Phoebe drie dagen per week naar een dagcentrum.
2. Maaltijdondersteuning
Het slikken is niet veranderd doorheen de tijd. Ik ondervond dat Phoebe als baby vloeibare voeding onvoldoende of niet inslikte. De papfles was leeg, maar de slabber en haar kleren waren volledig nat. Ik wist dus nooit zeker of ze melk had ingeslikt.
Nu gebruik ik Nutilis, een verdikkingsmiddel, om al haar voeding in te dikken. Het is zodanig dik dat ik de lepel rechtop kan zetten. Op die manier kan Phoebe het eten en drinken goed wegslikken. Wanneer ze bijvoorbeeld fruitpap krijgt, dik ik het in met Nutilis en voeg ik een beetje Cerelac toe voor de smaak. Ook haar drinken dik ik in met Nutilis. Om het water wat meer smaak te geven, doe ik er een beetje limonade zonder prik in.
Vroeger mixte ik alles, maar na verloop van tijd probeerde ik nieuwe dingen uit. Zo liet ik groenten bijvoorbeeld een beetje langer koken. Op die manier waren ze ook zacht en kon Phoebe het makkelijk wegslikken en was mixen overbodig. Vlees gaat telkens eerst door een vleesmolen en vervolgens bak ik het.
Momenteel moet ik haar voedingsschema goed plannen. Haar ijzermedicatie moet op vaste tijdstippen ingenomen worden: twee uur na de vorige maaltijd en een halfuur voor de volgende maaltijd.
Om eten te geven, gebruik ik enkel een plastic lepeltje waarmee baby’s eten krijgen. Dit doe ik om haar tanden te beschermen. Een warme maaltijd eten duurt ongeveer een halfuur. Het ontbijt neemt zo’n drie kwartier in beslag.
Wanneer Phoebe nieuwe of andere medicatie krijgt, vraag ik altijd om ze in pilvorm voor te schrijven. Dat kan ze het gemakkelijkst wegslikken. Druppels zijn moeilijker. Dan ben ik niet zeker dat ze de druppels effectief genomen heeft. Wanneer de pillen te groot zijn, bijvoorbeeld ijzermedicatie, dan krijgen we die als siroop en dik ik de siroop in met Nutilis.
Het slikken is niet veranderd doorheen de tijd. Ik ondervond dat Phoebe als baby vloeibare voeding onvoldoende of niet inslikte. De papfles was leeg, maar de slabber en haar kleren waren volledig nat. Ik wist dus nooit zeker of ze melk had ingeslikt.
Nu gebruik ik Nutilis, een verdikkingsmiddel, om al haar voeding in te dikken. Het is zodanig dik dat ik de lepel rechtop kan zetten. Op die manier kan Phoebe het eten en drinken goed wegslikken. Wanneer ze bijvoorbeeld fruitpap krijgt, dik ik het in met Nutilis en voeg ik een beetje Cerelac toe voor de smaak. Ook haar drinken dik ik in met Nutilis. Om het water wat meer smaak te geven, doe ik er een beetje limonade zonder prik in.
Vroeger mixte ik alles, maar na verloop van tijd probeerde ik nieuwe dingen uit. Zo liet ik groenten bijvoorbeeld een beetje langer koken. Op die manier waren ze ook zacht en kon Phoebe het makkelijk wegslikken en was mixen overbodig. Vlees gaat telkens eerst door een vleesmolen en vervolgens bak ik het.
Momenteel moet ik haar voedingsschema goed plannen. Haar ijzermedicatie moet op vaste tijdstippen ingenomen worden: twee uur na de vorige maaltijd en een halfuur voor de volgende maaltijd.
Om eten te geven, gebruik ik enkel een plastic lepeltje waarmee baby’s eten krijgen. Dit doe ik om haar tanden te beschermen. Een warme maaltijd eten duurt ongeveer een halfuur. Het ontbijt neemt zo’n drie kwartier in beslag.
Wanneer Phoebe nieuwe of andere medicatie krijgt, vraag ik altijd om ze in pilvorm voor te schrijven. Dat kan ze het gemakkelijkst wegslikken. Druppels zijn moeilijker. Dan ben ik niet zeker dat ze de druppels effectief genomen heeft. Wanneer de pillen te groot zijn, bijvoorbeeld ijzermedicatie, dan krijgen we die als siroop en dik ik de siroop in met Nutilis.
3. Mijn leerproces
Eigenlijk was het een hele zoektocht. Het was een nieuwe wereld die voor me openging: nieuwe termen zoals encefalitis, Revabeurs in Gent, tilliften en aangepaste auto. Noem maar op.
Toen ik het gevoel kreeg dat Phoebe niet voldoende voeding binnen kreeg, omdat haar kleren en papfles volledig besmeurd waren, ging ik zelf opzoek naar oplossingen. Ik maakte haar voeding dikker met koekjesmeel: Cerelac. Een gevolg hiervan was dat Phoebe al snel bijkwam in gewicht. Je zoekt eigenlijk je eigen weg.
Vanaf het moment dat we begeleiding kregen van een centrum dat ondersteuning biedt aan kinderen met een visueel-meervoudige beperking, kwamen we in aanraking met Nutilis. Ik gebruik het sindsdien in elke maaltijd en in elke drank. Toen Phoebe voor het eerst naar het dagcentrum ging, heb ik Nutilis daar ook geïntroduceerd. Nu gebruiken zij het ook voor verschillende cliënten. Ik ben heel blij dat we dit product hebben leren kennen, ik zou het aan iedereen aanraden.
Phoebe heeft logopedie gekregen in het dagcentrum. Ooit werd er rond het slikken gewerkt en werd mij de tip gegeven om met mijn lepel op haar tong te drukken. Dat is vooral om het afhappen aan te leren. Ik geef nu nog steeds op die manier eten, het is een gewoonte geworden.
Eigenlijk was het een hele zoektocht. Het was een nieuwe wereld die voor me openging: nieuwe termen zoals encefalitis, Revabeurs in Gent, tilliften en aangepaste auto. Noem maar op.
Toen ik het gevoel kreeg dat Phoebe niet voldoende voeding binnen kreeg, omdat haar kleren en papfles volledig besmeurd waren, ging ik zelf opzoek naar oplossingen. Ik maakte haar voeding dikker met koekjesmeel: Cerelac. Een gevolg hiervan was dat Phoebe al snel bijkwam in gewicht. Je zoekt eigenlijk je eigen weg.
Vanaf het moment dat we begeleiding kregen van een centrum dat ondersteuning biedt aan kinderen met een visueel-meervoudige beperking, kwamen we in aanraking met Nutilis. Ik gebruik het sindsdien in elke maaltijd en in elke drank. Toen Phoebe voor het eerst naar het dagcentrum ging, heb ik Nutilis daar ook geïntroduceerd. Nu gebruiken zij het ook voor verschillende cliënten. Ik ben heel blij dat we dit product hebben leren kennen, ik zou het aan iedereen aanraden.
Phoebe heeft logopedie gekregen in het dagcentrum. Ooit werd er rond het slikken gewerkt en werd mij de tip gegeven om met mijn lepel op haar tong te drukken. Dat is vooral om het afhappen aan te leren. Ik geef nu nog steeds op die manier eten, het is een gewoonte geworden.
4. Op wie kan ik rekenen
Om te beginnen komen oma en opa regelmatig helpen. Mijn zoon helpt ook, maar hij zit op kot en is dus niet altijd in de buurt. Ik ben eigenlijk de enige die altijd thuis is. Wanneer ik dringend hulp nodig heb, kan ik ook bij mijn buurvrouw terecht. Zij werkt in de zorgsector en weet goed hoe ze met Phoebe moet omgaan. Dat stelt me gerust.
Verder hebben we een huishoudhulp. Dat is fijn, ons huis wordt gepoetst en ondertussen kan ik boodschappen gaan doen.
Daarnaast volgt Phoebe driemaal per week kine. De kinesist maakt de spieren los en zorgt dat Phoebe gefaciliteerd kan stappen. Dat wil zeggen dat de therapeut achter haar staat en haar ondersteunt tijdens het stappen. Dat is niet altijd evident, enerzijds doordat Phoebes zicht beperkt is en anderzijds doordat ze ouder en zwaarder wordt.
Verder organiseert het dagcentrum logeermomenten. Je kan driemaal per jaar inschrijven voor één of twee overnachtingen. De eerste keer dat Phoebe daar logeerde, merkte ik dat het overdag geen probleem was. Ik was bezig alsof ze gewoon in het dagcentrum was, maar die avond duurde enorm lang. Het was een vreemd gevoel dat ze niet thuis bij mij was. Ondertussen bleef ze al tweemaal met twee overnachtingen slapen. Tijdens die dagen ben ik met mijn zoon naar de zee getrokken. Dat was erg fijn. Het deed me deugd, maar ik was ook ontzettend blij om Phoebe terug te zien.
In het begin heb ik op vlak van papierwerk veel hulp gekregen van de maatschappelijk werkster van de mutualiteit. Daarnaast is er in het UZ Leuven op campus Pellenberg iedere drie jaar een intakegesprek waarbij verschillende disciplines langskomen, bijvoorbeeld een dokter, kinesist en maatschappelijk werker. Dat is erg nuttig, zij houden me op de hoogte, geven tips en herinneren me bijvoorbeeld aan nieuwe aanvragen die ik kan doen voor een tegemoetkoming. Daarbuiten moet ik veel op zelfstandige basis uitzoeken.
In het dagcentrum spreek ik wel eens een andere ouder. Dan kunnen we even ventileren indien nodig. Daarnaast is er een Facebookpagina voor ouders van kinderen met een beperking. Daar leer ik veel bij! Dat is fijn. Het is ook aangenaam om te weten dat alles binnen die groep blijft. Niet iedereen kan het zomaar lezen.
Om te beginnen komen oma en opa regelmatig helpen. Mijn zoon helpt ook, maar hij zit op kot en is dus niet altijd in de buurt. Ik ben eigenlijk de enige die altijd thuis is. Wanneer ik dringend hulp nodig heb, kan ik ook bij mijn buurvrouw terecht. Zij werkt in de zorgsector en weet goed hoe ze met Phoebe moet omgaan. Dat stelt me gerust.
Verder hebben we een huishoudhulp. Dat is fijn, ons huis wordt gepoetst en ondertussen kan ik boodschappen gaan doen.
Daarnaast volgt Phoebe driemaal per week kine. De kinesist maakt de spieren los en zorgt dat Phoebe gefaciliteerd kan stappen. Dat wil zeggen dat de therapeut achter haar staat en haar ondersteunt tijdens het stappen. Dat is niet altijd evident, enerzijds doordat Phoebes zicht beperkt is en anderzijds doordat ze ouder en zwaarder wordt.
Verder organiseert het dagcentrum logeermomenten. Je kan driemaal per jaar inschrijven voor één of twee overnachtingen. De eerste keer dat Phoebe daar logeerde, merkte ik dat het overdag geen probleem was. Ik was bezig alsof ze gewoon in het dagcentrum was, maar die avond duurde enorm lang. Het was een vreemd gevoel dat ze niet thuis bij mij was. Ondertussen bleef ze al tweemaal met twee overnachtingen slapen. Tijdens die dagen ben ik met mijn zoon naar de zee getrokken. Dat was erg fijn. Het deed me deugd, maar ik was ook ontzettend blij om Phoebe terug te zien.
In het begin heb ik op vlak van papierwerk veel hulp gekregen van de maatschappelijk werkster van de mutualiteit. Daarnaast is er in het UZ Leuven op campus Pellenberg iedere drie jaar een intakegesprek waarbij verschillende disciplines langskomen, bijvoorbeeld een dokter, kinesist en maatschappelijk werker. Dat is erg nuttig, zij houden me op de hoogte, geven tips en herinneren me bijvoorbeeld aan nieuwe aanvragen die ik kan doen voor een tegemoetkoming. Daarbuiten moet ik veel op zelfstandige basis uitzoeken.
In het dagcentrum spreek ik wel eens een andere ouder. Dan kunnen we even ventileren indien nodig. Daarnaast is er een Facebookpagina voor ouders van kinderen met een beperking. Daar leer ik veel bij! Dat is fijn. Het is ook aangenaam om te weten dat alles binnen die groep blijft. Niet iedereen kan het zomaar lezen.
5. Mijn leven naast mantelzorg
Sinds ik PAB-assistent ben, heb ik terug tijd voor hobby’s: bakken, kleding maken, naaien en wandelen.
Eenmaal per week ga ik met Phoebe zwemmen in een speciaal zwembad voor mensen met een beperking. Vroeger gingen we samen fietsen, maar dat lukt niet meer. Zij begint te zwaar te worden en ik word een dagje ouder. Ik gebruik de fiets enkel als ik alleen de deur uit ga.
Om Phoebe ’s morgens helemaal klaar te maken, ben ik een drietal uren bezig. Daarom sta ik een uur voor Phoebe op om al haar voeding/drank van de dag al in te dikken. Dat is ongeveer om kwart voor vijf op dagen dat ze naar het dagcentrum gaat.
Als we gaan wandelen, zit Phoebe in een soort buggy, maar die is zo breed dat hij nergens binnen kan. Daarom gaan we eigenlijk nooit iets drinken onderweg. Meestal maken we gewoon een wandeling en komen dan terug naar huis. Stel dat we nu iemand tegenkomen die op een terras zit en ons uitnodigt om erbij te gaan zitten, dan zal ik dat wel doen. Toch zou ik me dan ongemakkelijk voelen tegenover Phoebe omdat zij niks kan drinken.
Op bezoek gaan bij vrienden is heel veel verminderd. Het is praktisch niet meer haalbaar. Wanneer ze naar het toilet moet, heb ik een tillift nodig. Het is niet meer mogelijk voor mij om haar manueel uit de rolstoel te tillen.
Sinds ik PAB-assistent ben, heb ik terug tijd voor hobby’s: bakken, kleding maken, naaien en wandelen.
Eenmaal per week ga ik met Phoebe zwemmen in een speciaal zwembad voor mensen met een beperking. Vroeger gingen we samen fietsen, maar dat lukt niet meer. Zij begint te zwaar te worden en ik word een dagje ouder. Ik gebruik de fiets enkel als ik alleen de deur uit ga.
Om Phoebe ’s morgens helemaal klaar te maken, ben ik een drietal uren bezig. Daarom sta ik een uur voor Phoebe op om al haar voeding/drank van de dag al in te dikken. Dat is ongeveer om kwart voor vijf op dagen dat ze naar het dagcentrum gaat.
Als we gaan wandelen, zit Phoebe in een soort buggy, maar die is zo breed dat hij nergens binnen kan. Daarom gaan we eigenlijk nooit iets drinken onderweg. Meestal maken we gewoon een wandeling en komen dan terug naar huis. Stel dat we nu iemand tegenkomen die op een terras zit en ons uitnodigt om erbij te gaan zitten, dan zal ik dat wel doen. Toch zou ik me dan ongemakkelijk voelen tegenover Phoebe omdat zij niks kan drinken.
Op bezoek gaan bij vrienden is heel veel verminderd. Het is praktisch niet meer haalbaar. Wanneer ze naar het toilet moet, heb ik een tillift nodig. Het is niet meer mogelijk voor mij om haar manueel uit de rolstoel te tillen.
6. Hoe zwaar is het mantelzorgen op een tienpuntenschaal (0=helemaal niet zwaar, 10=heel zwaar)
Dat vind ik heel moeilijk om te zeggen. Ik kan er geen getal op plakken. Zeggen dat het niet moeilijk is, is niet correct, maar zeggen dat het heel moeilijk is, is ook niet correct. Eigenlijk is het simpel, ik heb ervoor gekozen. Ik wou eigenlijk vanaf de eerste dag al thuisblijven voor Phoebe, maar dat ging niet omdat ik de enige kostwinner was.
Het moeilijke vind ik het papierwerk dat rond mantelzorgen draait: FOD Sociale Zekerheid, sociaal tarief, enzovoort. Dat moet je allemaal zelf uitzoeken. Het enige wat ik lastig vind aan mantelzorgen zelf, is wanneer Phoebe ziek is. Dan weet ik niet waar we voor staan, wat er precies scheelt. Daarbuiten vind ik het mantelzorgen niet moeilijk.
Wat bij mij altijd speelt is dat Phoebe niets kan zeggen. Ze kan niet duidelijk maken wat ze wilt of wat er scheelt. Eigenlijk heb ik een baby’tje in een volwassen lichaam. Dat is de beste manier om het uit te leggen. Toch ben ik ontzettend blij dat ze er is.
Onze relatie is heel sterk. Ik kreeg ooit een CD die ze voor Moederdag in het dagcentrum gemaakt hadden. Op die CD stond onder andere het liedje ‘Zij’ van Marco Borsato. In dat liedje komt de volgende zin voor: ‘zij is de betere helft van mij’. Dat beschrijft goed het gevoel dat ik heb. Phoebe en ik zijn ieder de helft van een geheel en ik ben fysiek gezien de betere helft. Ik vind dat een fantastisch lied.
Dat vind ik heel moeilijk om te zeggen. Ik kan er geen getal op plakken. Zeggen dat het niet moeilijk is, is niet correct, maar zeggen dat het heel moeilijk is, is ook niet correct. Eigenlijk is het simpel, ik heb ervoor gekozen. Ik wou eigenlijk vanaf de eerste dag al thuisblijven voor Phoebe, maar dat ging niet omdat ik de enige kostwinner was.
Het moeilijke vind ik het papierwerk dat rond mantelzorgen draait: FOD Sociale Zekerheid, sociaal tarief, enzovoort. Dat moet je allemaal zelf uitzoeken. Het enige wat ik lastig vind aan mantelzorgen zelf, is wanneer Phoebe ziek is. Dan weet ik niet waar we voor staan, wat er precies scheelt. Daarbuiten vind ik het mantelzorgen niet moeilijk.
Wat bij mij altijd speelt is dat Phoebe niets kan zeggen. Ze kan niet duidelijk maken wat ze wilt of wat er scheelt. Eigenlijk heb ik een baby’tje in een volwassen lichaam. Dat is de beste manier om het uit te leggen. Toch ben ik ontzettend blij dat ze er is.
Onze relatie is heel sterk. Ik kreeg ooit een CD die ze voor Moederdag in het dagcentrum gemaakt hadden. Op die CD stond onder andere het liedje ‘Zij’ van Marco Borsato. In dat liedje komt de volgende zin voor: ‘zij is de betere helft van mij’. Dat beschrijft goed het gevoel dat ik heb. Phoebe en ik zijn ieder de helft van een geheel en ik ben fysiek gezien de betere helft. Ik vind dat een fantastisch lied.
7. Als ik het even niet zie zitten
Ondanks dat ik geen getal kan geven aan de zwaarte van het mantelzorgen, zijn er dagen dat ik het niet goed zie zitten. Meestal zijn dat momenten waarop er allerlei papierwerk gedaan moet worden, wanneer Phoebe in het dagcentrum is. Dit papierwerk omvat bijvoorbeeld haar bewindvoering of tegemoetkomingen die aangevraagd moeten worden. Op een bepaald moment heb ik daar geen zin meer in. Maar dat gevoel gaat vanzelf weer over wanneer ik Phoebe ga halen in het dagcentrum. Dan kan ik me weer op haar focussen en de rest vergeten.
Daarnaast is bakken voor mij echt therapie. Daar haal ik veel energie uit. Wanneer je bakt, moet je je hoofd erbij houden en dan kan je de rest even vergeten.
Ondanks dat ik geen getal kan geven aan de zwaarte van het mantelzorgen, zijn er dagen dat ik het niet goed zie zitten. Meestal zijn dat momenten waarop er allerlei papierwerk gedaan moet worden, wanneer Phoebe in het dagcentrum is. Dit papierwerk omvat bijvoorbeeld haar bewindvoering of tegemoetkomingen die aangevraagd moeten worden. Op een bepaald moment heb ik daar geen zin meer in. Maar dat gevoel gaat vanzelf weer over wanneer ik Phoebe ga halen in het dagcentrum. Dan kan ik me weer op haar focussen en de rest vergeten.
Daarnaast is bakken voor mij echt therapie. Daar haal ik veel energie uit. Wanneer je bakt, moet je je hoofd erbij houden en dan kan je de rest even vergeten.
8. Kwaliteiten en valkuilen van een mantelzorger
Als mantelzorger heb je volgens mij duizend procent geduld nodig. Ik heb eigenlijk kilometers geduld, dat vertelden mijn leerlingen op school me vroeger ook. Soms geraakt dat geduld toch op. Dan is het goed dat je even kunt ventileren bij een vriend of vriendin.
Als valkuil zou ik zeggen dat de mantelzorger zichzelf vergeet. Dat hij zichzelf te veel wegcijfert. Dat heb ik ook moeten leren: iets doen wat je graag doet, tijd maken voor jezelf. Anders ben je als mantelzorger in korte tijd uitgeblust.
Als mantelzorger heb je volgens mij duizend procent geduld nodig. Ik heb eigenlijk kilometers geduld, dat vertelden mijn leerlingen op school me vroeger ook. Soms geraakt dat geduld toch op. Dan is het goed dat je even kunt ventileren bij een vriend of vriendin.
Als valkuil zou ik zeggen dat de mantelzorger zichzelf vergeet. Dat hij zichzelf te veel wegcijfert. Dat heb ik ook moeten leren: iets doen wat je graag doet, tijd maken voor jezelf. Anders ben je als mantelzorger in korte tijd uitgeblust.
9. Tips voor andere mantelzorgers
Blijf niet binnen zitten. Kom buiten, al is het maar in je eigen dorp. Ga de deur uit. Want de mensen zullen niet tot bij jou komen als je binnen blijft zitten.
Blijf niet binnen zitten. Kom buiten, al is het maar in je eigen dorp. Ga de deur uit. Want de mensen zullen niet tot bij jou komen als je binnen blijft zitten.
Bent u mantelzorger en heeft u vragen over de aanpak van slikproblemen? Neem dan zeker contact met ons op!